De Morvan is 50 km breed en 70 km lang en bestaat uit twee delen. Le Bas-Morvan; van Avallon in het noorden tot het Lac des Settons in het zuiden bestaat uit een plateau met hier en daar wat hogere delen, dat naar het zuiden hoger wordt.Le Haut-Morvan heeft een meer bergachtig karakter, hoewel de toppen nog tot het middelgebergte behoren. Hier liggen de Mont Beuvray (821m), de Mont Préneley (855m) en het hoogste punt van Bourgondië Le Haut-Folin (901m).

De Morvan bestaat uit een vriendelijk landschap: het bedaarde groen van de weiden met boomwallen en groepjes met bomen of struiken, dat afgewisseld wordt door heidevelden, dichte loof- en naaldbossen, rotsachtige hoogten en kloven, meren, vennetjes, bruisende beken en rivieren, die zowel traag stromen als woest te keer kunnen gaan.

De Morvan werd al in de 2e eeuw v. Chr. bewoond door een belangrijke Gallische stam, zij vestigden zich op de Mont Beuvray, in de nederzetting Bibracte. Julius Caesar versloeg de Galliers in 52 v. Chr. en lijfde het gebied in bij het Romeinse Rijk. Rond de jaartelling stichtte keizer Augustus de plaats Autun. In de middeleeuwen floreerden de aan de randen van het natuurgebied gelegen plaatsen als Vézelay, Autun, Avallon en Saulieu als bedevaartsoord, dit is nu nog goed zichtbaar door hun majestueuze kerken.